Tics

Als je last hebt van tics, maak je onverwacht, snelle bewegingen of geluiden. Dit doe je dan vaker en over een langere tijd. Voorbeelden van tics zijn:

Knipperen met je oog
Bewegingen in je gezicht, zoals trekken met je neus
Bepaalde dingen steeds aanraken of anders neerleggen
Het maken van gebaren
Hoesten of snuiven
Woorden of zinnen roepen

Wanneer je vaak onverwachtse bewegingen en geluid maakt, kan het zijn dat je Gilles de la Tourette hebt.

1 op de 120 jongeren heeft last van tics in bewegingen, 1 op de 200 jongeren heeft last van tics in het maken van geluid. 1 op de 160 jongeren heeft Gilles de la Tourette.

Tics hoeven niet altijd behandeld te worden, soms gaan ze vanzelf weer over. Als je wel een behandeling krijgt voor tics, krijg je meer informatie over de oorzaak van deze tics. Verder wordt er goed gekeken naar de tics: hoe vaak heb je er last van, wanneer en hoe erg? Tics kunnen behandeld worden met medicatie of met gedragstherapie. Bij gedragstherapie leer je de tics te onderdrukken (dit is niet altijd mogelijk). Tics komen zelfstandig voor of in combinatie met andere stoornissen. In het laatste geval wordt niet alleen de tic maar ook de andere stoornis behandeld.

Onderzoek en behandeling

Er zijn verschillende onderzoeken en behandelingen mogelijk. Die worden hieronder beschreven. Samen met je hulpverlener (en/of eventueel je ouders / verzorgers) bepaal je welke onderzoeken nodig zijn en hoe het behandelplan eruitziet. Het is dus niet nodig om alle onderstaande stappen te doorlopen.

Intake

Dit is het eerste kennismakingsgesprek. De hulpverlener stelt jou (en je ouders / verzorgers) een aantal vragen over jou, je familie, school en natuurlijk de problemen of klachten waar je last van hebt. Samen gaan jullie op zoek naar jouw hulpvraag: voor welke problemen zoek jij een oplossing? De hulpverlener kijkt of wij jou (en je ouders / verzorgers) hiermee kunnen helpen en op welke manier.

Algemene anamnese

In de algemene anamnese brengt onze hulpverlener samen met jou in kaart wat de problemen zijn waar je last van hebt en wat je hulpvraag is.

Ontwikkelingsanamnese

In een soort interview worden je klachten in kaart gebracht en wordt er gekeken naar jouw ervaringen op verschillende leefgebieden, zoals thuis, school / opleiding en sociale contacten.

Onderzoeksfase

Systeemonderzoek / Gezinsobservatie

Wij praten met jou en je ouders / verzorgers over jou en de mensen om je heen, zoals je vader, moeder, broertjes en zusjes en soms over jullie thuis. Het gesprek gaat over hoe jullie met elkaar omgaan en wat jullie wel of niet leuk vinden om samen te doen.

Sociaal emotioneel onderzoek / Spelobservatie

Je hebt een gesprek over hoe het thuis en op school gaat en bijvoorbeeld over je hobby’s. Soms doen we spellen of testjes om te kijken hoe je omgaat met alles wat er om je heen gebeurt en wat je daarvan vindt.

Schoolonderzoek

Om jou goed te leren kennen willen we weten op welke school je zit en wat je daar allemaal leert. Welke vakken jij leuk en minder leuk vindt en welke moeilijk of juist makkelijk. Ook kijken we of je graag met klasgenoten samenwerkt of dat je liever alleen je taken maakt. Door dit onderzoek kunnen we erachter komen of je problemen iets te maken hebben met je school of klasgenoten. Soms komen we daarvoor kijken bij jou op school.

Rapportage

De onderzoeker maakt een samenvattende rapportage waarin de resultaten van de onderzoeken worden besproken en een diagnose en conclusie worden gesteld.

Adviesgesprek

De resultaten uit het intakegesprek en (eventueel) het onderzoek worden met jou (en je ouders / verzorgers) besproken. Soms is deze informatie genoeg om weer verder te kunnen op school en/of thuis. Vaak wordt echter een behandeling gestart om je te helpen bij het oplossen van of beter leren omgaan met de problemen. Op welke manier dit gaat gebeuren staat in een behandelplan. Dit plan mag jij samen met de hulpverlener (en eventueel je ouders / verzorgers en school) beschrijven.

Behandeling

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden:

Cognitieve gedragstherapie

Bij cognitieve gedragstherapie gaan we ervan uit dat gedachten, gevoelens en gedrag elkaar beïnvloeden. In deze behandeling proberen we deze 3 pijlers wat bij te sturen, zodat je minder last ervaart van je klachten.

Opvoedingsondersteuning voor ouders en verzorgers

We begeleiden ouders / verzorgers in het omgaan met de gevolgen van tics in de thuissituatie.

Schoolbegeleiding

We kijken samen met school wat jouw tics zijn en hoe zij daarmee om kunnen gaan.

Medicatie

Je krijgt medicijnen die je helpen om je beter te voelen. Hiervoor ga je naar een psychiater.